tapbier

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

biertap waar tapbier uitkomt
Uitspraak
Woordafbreking
  • tap·bier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tapbier tapbieren
verkleinwoord tapbiertje tapbiertjes

Zelfstandig naamwoord

tapbier o

  1. (drinken) bier dat niet uit een fles wordt geserveerd, maar uit een fust die is aangesloten op een biertap, bier uit het vat
    • In Brussel bedraagt de gemiddelde bierprijs 2,84 euro, zegt GoEuro. Wat in het oog springt is dat een glas bier in een bar gemiddeld 4,62 euro zou kosten in onze hoofdstad. Wellicht heeft veel te maken met de berekeningswijze van GoEuro, dat daarvoor de gemiddelde prijs van lokale en geïmporteerde tapbieren in verschillende grote hotelketens gebruikte.[1] 
    • Naast de veldslag, historische markt, kinderspelen en fakkeloptocht zijn er brouwersfeesten en een Grolsche bierproeverij. Koninklijke Grolsch, dat zijn oorsprong kent in de stad, schenkt gedurende ‘De Slag om Grolle’ een nieuw speciaalbier. Het is een troebel, donker bier met een iets hoger alcoholpercentage dan gebruikelijk. Uitsluitend als tapbier vanaf het fust en niet in de winkel te koop.[2] 
    • 'Mensen rijden bijvoorbeeld met een busje naar een Duitse brouwerij, net over de grens. Daar laden ze de hele laadbak vol met vaten tapbier. Ze betalen zwart en rijden vervolgens naar Nederland terug.[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Standaard 30/JUNI/2015
  2. Tubantia Dolf Ruesink 21-SEPTEMBER-2017
  3. Volkskrant 30 november 2012
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be