tactiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tac·tiek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘strategie, gericht beleid’ voor het eerst aangetroffen in 1767 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord tactiek tactieken
verkleinwoord tactiekje tactiekjes

Zelfstandig naamwoord

de tactiekv

  1. een manier om onder gegeven omstandigheden een doel te bereiken
    • Hij heeft een goede tactiek, zeg! 
    • De Certeaus onderscheid tussen strategieën en tactieken geeft daarbij een nuttige aanvulling. Met behulp van dit onderscheid kan zichtbaar gemaakt worden hoe de verschillende actoren zich verhouden tot de normaliserende machtsstrategieën. [3] 
     Hoewel ik twijfelde aan mama's tactiek besloot ik toch te proberen of het in ieder geval een beetje werkte. Het werkte heel goed.[4]
     Ze wekte de indruk van een soort kuise elegantie, of ze die tactiek nu zelf had gekozen of dat ze wijze raad van haar verdediger had gekregen.[5]
  2. (militair) leer van de gevechtsvoering
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "tactiek" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. etymologiebank.nl
  3. Rothfusz, Jacqueline
    Potensia [2016] ISBN 978-90-367-9467-1 pagina 10
  4. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767
  5. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044633535
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be