tactiek
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tac·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘strategie, gericht beleid’ voor het eerst aangetroffen in 1767 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tactiek | tactieken |
verkleinwoord | tactiekje | tactiekjes |
Zelfstandig naamwoord
tactiek v
- een manier om onder gegeven omstandigheden een doel te bereiken
- Hij heeft een goede tactiek, zeg!
- De Certeaus onderscheid tussen strategieën en tactieken geeft daarbij een nuttige aanvulling. Met behulp van dit onderscheid kan zichtbaar gemaakt worden hoe de verschillende actoren zich verhouden tot de normaliserende machtsstrategieën. [3]
- (militair) leer van de gevechtsvoering
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een manier om onder gegeven omstandigheden een doel te bereiken
Gangbaarheid
- Het woord tactiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tactiek' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "tactiek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Rothfusz, Jacqueline Potensia [2016] ISBN 978-90-367-9467-1 pagina 10