tørker

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • tør·ker
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

tørker, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van tørke


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • tør·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Noorse werkwoord tørke met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 7232

Werkwoord

tørker

  1. tegenwoordige tijd van tørke

Zelfstandig naamwoord

tørker, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van tørke
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   tørker     tørkeren     tørkere     tørkerene  
genitief   tørkers     tørkerens     tørkeres     tørkerenes  

Zelfstandig naamwoord

tørker, m

  1. droogtoestel (een apparaat om iets in of met te drogen)


Nynorsk

Woordafbreking
  • tør·ker

Werkwoord

tørker

  1. tegenwoordige tijd van tørke

Zelfstandig naamwoord

tørker, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van tørke