Naar inhoud springen

sympathiek

Uit WikiWoordenboek
  • sym·pa·thiek
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘sympathie opwekkend’ voor het eerst aangetroffen in 1901 [1]
  • Afkomstig van het het Oudgriekse sympatheia wat "getroffen door gelijke gevoelens" betekent. Sympatheia is een samenstelling van "syn" en "pathos".
  • afgeleid van sympathie met het achtervoegsel -iek [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen sympathiek sympathieker sympathiekst
verbogen sympathieke sympathiekere sympathiekste
partitief sympathieks sympathiekers -

sympathiek

  1. bereid zich in de zorgen van een ander te verplaatsen
    • Hij kreeg geen sympathiek gehoor. 
  2. aangenaam en vriendelijk in de omgang
    • Hij is een sympathieke kerel. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]