sujet
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- su·jet
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘persoon (minachtend)’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1803 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sujet | sujetten |
verkleinwoord | sujetje | sujetjes |
Zelfstandig naamwoord
sujet o
- onguur persoon
- volgorde van gebeurtenissen in het verhaal
Gangbaarheid
- Het woord sujet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "sujet" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Frans
Uitspraak
- IPA: /sy.ʒɛ/
Zelfstandig naamwoord
sujet m
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 73 %
- Prevalentie Vlaanderen 69 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 5
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans