subsidiariteit
Uiterlijk
- sub·si·di·a·ri·teit
- afgeleid van subsidiair met het voorvoegsel sub- met het achtervoegsel -iteit [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | subsidiariteit | subsidiariteiten |
verkleinwoord | - | - |
de subsidiariteit v
- een organisatiewijze of regel in taakverdeling tussen 'hogere' en 'lagere' openbare overheden. Het houdt in algemene zin in dat hogere instanties niet iets moeten doen wat door lagere instanties kan worden afgehandeld.
- het subsidiariteitsbeginsel houdt b.v. in dat de Europese Gemeenschap alleen die activiteiten controleert die niet door de lidstaten zelf kunnen worden gecontroleerd
- Het woord subsidiariteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "subsidiariteit" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel sub- in het Nederlands
- Achtervoegsel -iteit in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 67 %
- Prevalentie Vlaanderen 63 %