stuurt terug

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stuurt te·rug
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terugsturen

stuurt (…) terug

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugsturen
    • Jij stuurt terug. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugsturen
    • Hij stuurt terug. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van terugsturen
    • Stuurt terug! 

Gangbaarheid