stuurnaaf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stuur·naaf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stuur zn en naaf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stuurnaaf | stuurnaven |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- middelste deel van een stuurwiel dat vastzit aan de as die de stand regelt van de onderdelen van een voertuig die bepalen in welke richting het beweegt
- ▸ Alfa rijden was een milde vorm van stervensbegeleiding. De aan de voorruit geplakte achteruitkijkspiegel viel bij zonnig weer op schoot, de claxon op de stuurnaaf werd bij het bedienen door een onderliggende veer afgeschoten en veroorzaakte een lichte knock-out.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'stuurnaaf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Freddy Rikken“Quadrifoglio” (26 februari 1994) op nrc.nl