stormvloed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

tijdens de stormvloed van 1953 kwam het water tot + 3.75 m NAP.
Uitspraak
Woordafbreking
  • storm·vloed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stormvloed stormvloeden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stormvloedm

  1. combinatie van tegelijkertijd storm en vloed, het zeewater komt dan extra hoog
    • Tijdens de stormvloed van 1953 zijn grote delen van Zeeland en Zuid-Holland overstroomd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen