stonden bloot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stonden bloot (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɔndə(n) ˈblot / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ston·den bloot
Woordherkomst en -opbouw
- uit stonden (werkwoord) en bloot (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blootstaan |
stonden (…) bloot
- meervoud verleden tijd van blootstaan
- Wij stonden bloot.
- Jullie stonden bloot.
- Zij stonden bloot.
- Wij stonden bloot.
Gangbaarheid
- Het woord stonden bloot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.