stochastisch
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sto·chas·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van stochastiek met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | stochastisch | stochastischer | |
verbogen | stochastische | stochastischere | |
partitief | stochastisch | stochastischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
stochastisch
- afhankelijk van een bepaalde kans of van het toeval
- We hebben te maken met een stochastische variabele.
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord stochastisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "stochastisch" herkend door:
39 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be