steven af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ste·ven af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afstevenen

steven (…) af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstevenen
    • Ik steven af. 
  2. gebiedende wijs van afstevenen
    • Steven af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstevenen
    • Steven je af? 

Gangbaarheid