stethoscoop
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stethoscoop (hulp, bestand)
- IPA: /steto'skop/
Woordafbreking
- ste·tho·scoop
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘hoorbuis’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van het Griekse stẽthos (borstkas) met het achtervoegsel -scoop [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stethoscoop | stethoscopen |
verkleinwoord | stethoscoopje | stethoscoopjes |
Zelfstandig naamwoord
de stethoscoop m
- (medisch) een medisch instrument waarmee men geluiden in het lichaam zoals hartslag en ademhaling kan beluisteren (ausculteren)
- De dokter zette zijn stethoscoop op de borstkas van de patiënt en verzocht hem diep te zuchten.
Vertalingen
1. een medisch instrument waarmee men geluiden in het lichaam kan beluisteren
Gangbaarheid
- Het woord stethoscoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stethoscoop" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "stethoscoop" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ stethoscoop op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -scoop in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %