staving
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sta·ving
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van staven met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | staving | stavingen |
verkleinwoord | stavinkje | stavinkjes |
Zelfstandig naamwoord
- het staven
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord staving staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "staving" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be