sportgeschiedenis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sport·ge·schie·de·nis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sportgeschiedenis sportgeschiedenissen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sportgeschiedenisv

  1. (geschiedenis) (sport) de historie van de sport
     Op de shortlist bij de mannen is ook plek voor Abdi Nageeye. De marathonloper behaalde als eerste Nederlander in de sportgeschiedenis een podiumplek in New York, in de meest prestigieuze marathon op aarde.[1]
     Ze hopen lang van huis te zijn met Oranje, de twee jonge vaders. Berghuis vertelt dat zijn vrouw een sterke band heeft met die van Aké, dus die twee houden het samen wel even uit thuis als hun mannen in Qatar sportgeschiedenis hopen te schrijven.[2]
  2. (sport) een verhaal over een sportgebeurtenis of sporter
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 maart 2024 Weblink bron “Van Verstappen en Bol tot Wiegman en Mülders: de shortlists van het Sportgala 2022” (27 november 2022), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 maart 2024 Weblink bron “Appje Van Gaal ontroert Berghuis nog steeds: 'Brengt geloof in deze groep'” (18 november), NOS