sportgeneeskunde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sport·ge·nees·kun·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sport en geneeskunde
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sportgeneeskunde | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de sportgeneeskunde v
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord sportgeneeskunde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.