spintol
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spin·tol
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spinnen ww en tol zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spintol | spintollen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de spintol m
- (textielindustrie) eenvoudig gereedschap voor het spinnen van wol
- Verder in Histechnicon een mooi verhaal over vier oude Belgische scheepsliften, "stuk voor stuk juwelen', een stukje Maastrichtse keramiekgeschiedenis en een onderhoudend betoog over de vraag hoe een relatief arm land als België begin 19e eeuw zo razendsnel ko uitgroeien tot de tweede industriële natie van de wereld, terwijl men in het rijke, handelskapitalistische Nederland nog tot diep in de negentiende eeuw thuis met de spintol op schoot zat. [1]
- Op zondag 19 maart stelt de familie Wennekers tussen 11 en 16 uur het terrein rondom zijn stolpboerderij open om de jonge lammetjes en kalfjes te aaien en te bekijken. Kinderen kunnen leren spinnen met een spintol en er is een quiz. Op deze veehouderij, aangesloten bij de vereniging ‘Waterland Coöperatief’, worden schapen en koeien op natuur-en diervriendelijke wijze gefokt en gehouden. [2]
Vertalingen
1. eenvoudig gereedschap voor het spinnen van wol
Gangbaarheid
- Het woord spintol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spintol" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ NRC Marion de Boo 23 januari 1992 Gevierendeeld
- ↑ NRC 16 maart 2006 WAT DOEN DE KINDEREN?
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be