soul

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • soul
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘negermuziek’ voor het eerst aangetroffen in 1960 [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord soul -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

soul v / m

  1. (muziek) een muziekstijl die oorspronkelijk is voortgekomen uit rhythm-and-blues en gospelmuziek bij de Afro-Amerikaanse bevolking in het zuiden van de Verenigde Staten
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
soul souls

Zelfstandig naamwoord

soul

  1. geest, ziel
  2. (muziek) soul, soulmuziek