sorgo
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sor·go
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sorgo | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
sorgo
- (plantkunde) Sorghum
een geslacht uit de grassenfamilie (Poaceae
).
- (plantkunde) (voeding) Sorghum bicolor
(in het bijzonder) de eetbare soort
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'sorgo' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.