solox
Latijn
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van een Proto-indo-europese stam, mogelijk solh₂- (geheel) met het achtervoegsel -ox.
- Mogelijk verwant met solidus (vast), sollus (geheel), salvus (veilig, stevig) of salus (veligheid, welzijn).
Bijvoeglijk naamwoord
solox