softbal
Uiterlijk
- soft·bal
- samenstelling van soft en bal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | softbal | - |
verkleinwoord | - | - |
het softbal o
- (sport), een op honkbal lijkende balsport waarbij de pitcher echter ondershands werpt, en waarbij gespeeld wordt met een iets grotere bal, op een kleiner veld en met enkele verschillen in de spelregels.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | softbal | softballen |
verkleinwoord | softballetje | softballetjes |
de softbal m
- bal waarmee gesoftbald wordt.
vervoeging van |
---|
softballen |
softbal
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van softballen
- Ik softbal.
- gebiedende wijs van softballen
- Softbal!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van softballen
- Softbal je?
- Het woord softbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "softbal" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %