snelscheiding
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- snel·schei·ding
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van snel zn en scheiding zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snelscheiding | snelscheidingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de snelscheiding v
- (juridisch) een snelle ontbinding van een huwelijk zonder dat er nog een bemiddeling moet worden geprobeerd
- ▸ Eric las opnieuw de eisen van directeur Curtholmen op, een zogenaamde snelscheiding op grond van de ontrouw van mevrouw Christina Curtholmen, schadevergoeding op grond van de schending van directeur Curtholmens eer die deze ontrouw had ingehouden — zo vreemd om dat naar voren te brengen, alsof je je plotseling op Sicilië bevond, dacht hij terwijl hij dat zei — en dat de stedelijke rechtbank directeur Curtholmen de voogdij toe moest kennen van de twee kinderen van het echtpaar aangezien Christina Curtholmen zich door haar gedrag ongeschikt had betoond als voogd.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'snelscheiding' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535