sneeuwklas
- Geluid: sneeuwklas (hulp, bestand)
- sneeuw·klas
- samenstelling van sneeuw zn en klas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwklas | sneeuwklassen |
verkleinwoord | sneeuwklasje | sneeuwklasjes |
sneeuwklas v
- (België basisonderwijs) onderwijs in de openlucht gericht op wintersportactiviteiten
- Het busongeval in een tunnel in het Zwitserse Sierre kostte op 13 maart 2012 het leven aan 28 mensen, onder wie 22 schoolkinderen uit Lommel en Heverlee op terugweg van sneeuwklas. [1]
- Een veelbelovende skivakantie wordt voor de 8-jarige Nicolas een nachtmerrie in de roman De sneeuwklas van de Franse auteur Emmanuel Carrère (1958). [2]
- bosklas, zeeklas, boerderijklas, plattelandsklas, polderklas, Ardennenklas, zeilklas stadsklas
- werkweek, schoolreis, schoolkamp
- Het woord sneeuwklas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sneeuwklas" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ de Standaard 21/05/2013 door Eline Bergmans
- ↑ Volkskrant 20 december 1996
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be