bosklas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bos·klas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bos en klas
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosklas | bosklassen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bosklas v
- een- of meerdaagse al dan niet educatieve klas- of schooluitstap naar bos- of natuurrijk gebied
- In België spreken ze van bosklassen terwijl dat in Nederland een werkweek of schoolkamp wordt genoemd.
Gangbaarheid
- Het woord bosklas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bosklas" herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be