sneeuwcotinga
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- sneeuw·co·tin·ga
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sneeuw zn en cotinga zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwcotinga | sneeuwcotinga's |
verkleinwoord | sneeuwcotingaatje | sneeuwcotingaatjes |
Zelfstandig naamwoord
sneeuwcotinga
- (zangvogels) Carpodectes nitidus een zangvogel uit de familie Cotingidae (cotinga's). Deze soort komt voor van zuidwestelijk Honduras tot westelijk Panama
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'sneeuwcotinga' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.