slorpt op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slorpt op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opslorpen

slorpt (…) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslorpen
    • Jij slorpt op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslorpen
    • Hij slorpt op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opslorpen
    • Slorpt op! 

Gangbaarheid