sleutelaar

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sleutelaar    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sleu·te·laar

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van naamwoord van handeling van sleutelen met het achtervoegsel -aar

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sleutelaar	sleutelaars
verkleinwoord	sleutelaartje	sleutelaartjes

Zelfstandig naamwoord

de sleutelaar m

1. persoon die machines repareert door ze in- en uit elkaar te halen

   ▸ Sowieso belemmeren de verschillende regels in Europese landen de bestrijding van het illegaal vuurwapenbezit. "We zien bijvoorbeeld dat wapens in Slowakije of Tsjechië die onklaar zijn gemaakt volgens de daar geldende wetten, en dus legaal verkocht kunnen worden, hier door een handige sleutelaar weer werkend gemaakt kunnen worden."

   ▸ Zakenman Riemer van der Velde, oud-voorzitter van de voetbalclub sc Heerenveen, raakte bevriend met het duo. En sponsorde Streuer ook. "Het was een hecht team, het waren schitterende kerels. Die met veel overgave hun sport beoefenden. Daar kwam bij dat Egbert heel vaardig was als sleutelaar. Daar was hij echt vernieuwend in."

Verwante begrippen

• knutselaar

Gangbaarheid

• Het woord sleutelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.