slagzet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slag·zet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slagzet slagzetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de slagzetm

  1. (spel) zet waarbij men in het damspel een steen van de tegenstander slaat
     Boomstra voerde al vroeg in de partij een slagzet uit, waarna zijn tegenstander opgaf. De partij duurde amper een uur. Boomstra geldt als een talent. Sommige insiders vergelijken hem met sterren als Ton Sijbrands en Harm Wiersma.[1]
     Toet overziet de daverende slagzet die De Jong op slinkse wijze in de stand gevlochten heeft en waarmee de witspeler de partij in één klap beslist:[2]

Gangbaarheid

52 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Sensatie bij start NK dammen” (15 nov. 2012), De Telegraaf
  2. Bronlink Weblink bron
    Ton Sijbrands
    “Combinatievermogen kracht Douwe de Jong” (2 april 2005), de Volkskrant
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be