slabord
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sla·bord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sla zn en bord zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slabord | slaborden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het slabord o
- (huishouden) schotel waarop een salade wordt opgediend
- ▸ Cafés spelen heel goed in op het salade-geloof van vrouwen: grote borden met groen kun je er krijgen. Maar cafés weten ook wel dat alleen maar groen, hoe gezond en fris ook, snel wat saai wordt gevonden, dus zo'n slabord wordt dan wel bestrooid met geitenkaas, kipfilet, pijnboompitten en meer `echte' stuf, zodat er voor de naar gezondheid snakkende vrouw ook nog wat aan te beleven is.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'slabord' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Marjoleine de Vos“De ongemakkelijke relatie tussen mannen en groente” (4 juni 2005) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Huishouden in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal