slaat kapot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: slaat kapot (hulp, bestand)
- IPA: / ˈslat kaˈpɔt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- slaat ka·pot
Woordherkomst en -opbouw
- uit slaat (werkwoord) en kapot (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kapotslaan |
slaat (…) kapot
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotslaan
- Jij slaat kapot.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotslaan
- Hij slaat kapot.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kapotslaan
- Slaat kapot!
Gangbaarheid
- Het woord slaat kapot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.