sjeitel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sjei·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sjeitel | sjeitels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) pruik, waarmee gehuwde orthodox-joodse vrouwen het hoofdhaar bedekken
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'sjeitel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.