sikkeneur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sik·ke·neur
Woordherkomst en -opbouw
- afleding van sikkeneurig [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sikkeneur | sikkeneuren |
verkleinwoord | sikkeneurtje | sikkeneurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de sikkeneur m
- onvriendelijk persoon
- Donald Duck, normaal een kortaangebonden sikkeneur, wordt op slag goedgemutst. En zo rebels, dat hij het hele stripuniversum van de Duck-familie belachelijk maakt. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'sikkeneur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sikkeneur" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ sikkeneur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC Paul Steenhuis 20 december 2018 IJzige zelfspot in Donald Duck Winterboek: ‘bonkus tonkus op de konkus’
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be