sijpel neer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sijpel neer (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsɛipəl ˈner / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- sij·pel neer
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
neersijpelen |
sijpel (…) neer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neersijpelen
- Ik sijpel neer.
- gebiedende wijs van neersijpelen
- Sijpel neer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neersijpelen
- Sijpel je neer?
Gangbaarheid
- Het woord sijpel neer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.