selle
Uiterlijk
selle v
- zadel
- (spreektaal) wc, toilet
- «'Comment sont vos selles?', m'a demandé le toubib.»
- 'Hoe is het met uw stoelgang?', vroeg de dokter me. [1]
- «'Comment sont vos selles?', m'a demandé le toubib.»
selle g
- de maand februari
- sel·le
selle
- accusatief mannelijk enkelvoud van seller
- «Gedechtnisdaag in Amerikaa: Do sin ee paar Wadde iwwer selle Feierdaag: ...»
- Memorial Day in de Verenigde Staten: Hier zijn een paar woorden over deze feestdag: ...
- «Gedechtnisdaag in Amerikaa: Do sin ee paar Wadde iwwer selle Feierdaag: ...»
vervoeging van |
---|
sellar |
selle
Categorieën:
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 5
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Spreektaal in het Frans
- Woorden in het Fries
- Zelfstandig naamwoord in het Fries
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 5
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Aanwijzend voornaamwoord in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 5
- Werkwoordsvorm in het Spaans