seizoenszege

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sei·zoens·ze·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord seizoenszege seizoenszeges
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de seizoenszegev / m

  1. het winnen van de prijs voor de beste sporter of team over het hele seizoen
     Jungels wint Luik-Bastenaken-Luik, 27ste seizoenszege QuickStep[1]
     Over steun heeft Verstappen op de Red Bull Ring dus niet te klagen. Hij jaagt op zijn eerste seizoenszege: tot nu toe bleek de RB15 daarvoor te zwak.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Jungels wint Luik-Bastenaken-Luik, 27ste seizoenszege QuickStep” (Zondag 22 april 2018, 16:55), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron
    Louis Dekker
    “Iedereen hoopt dat Leclerc en Verstappen de Formule 1 opschudden” (Zondag 30 juni 2019, 10:18), NOS