scopofilie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sco·po·fi·lie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scopofilie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de scopofiliev

  1. (psychologie) (seksualiteit) drang om naar handelingen en lichaamsdelen van een ander te kijken omdat die aan seks doen denken
     Nadat begrippen als spiegelfase, voyeurisme, scopofilie en fetisjisme de discussie over film tien jaar lang hebben beheerst, jaren waarin filmwetenschappers uitputtend discussieerden over de ‘mannelijke blik’ en zich afvroegen waarom vrouwen nog met plezier naar de film gingen als ze daarin toch uitsluitend het object van die blik konden zijn, begint Zižek ergens anders.[1]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 27 augustus 2023 Weblink bron
    Thomas Elsaesser
    Under Western Eyes : Slavoj Žižek, Alfred Hitchcock en de film noir in: De Gids., jrg. 158 nr. 4 (april 1995), Meulenhoff, Amsterdam, p. 267