schudden op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schud·den op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opschudden

schudden (…) op

  1. meervoud tegenwoordige tijd van opschudden
vervoeging van
opschudden

schudden (…) op

  1. meervoud verleden tijd van opschudden
    • Wij schudden op. 
    • Jullie schudden op. 
    • Zij schudden op. 

Gangbaarheid