schrokken op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schrok·ken op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opschrikken

schrokken (…) op

  1. meervoud verleden tijd van opschrikken
    • Wij schrokken op. 
    • Jullie schrokken op. 
    • Zij schrokken op. 
vervoeging van
opschrokken

schrokken (…) op

  1. meervoud tegenwoordige tijd van opschrokken

Gangbaarheid