scherzo
Uiterlijk
- scher·zo
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘vrolijk muziekstuk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1832 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scherzo | scherzo's |
verkleinwoord | - | - |
het scherzo o
- (muziek) vrolijk muziekstuk
- Het woord scherzo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scherzo" herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
36 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "scherzo" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ scherzo op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 47 %
- Prevalentie Vlaanderen 36 %