scheepsbuik
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: scheepsbuik (hulp, bestand)
Woordafbreking
- scheeps·buik
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schip zn en buik zn met het invoegsel -s- met klankverandering i - ee (IPA: /ɪ/ -/e/)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scheepsbuik | scheepsbuiken |
verkleinwoord | scheepsbuikje | scheepsbuikjes |
Zelfstandig naamwoord
scheepsbuik m
- (scheepvaart) ruim van een schip
Gangbaarheid
- Het woord 'scheepsbuik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.