savanne

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·van·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘grasvlakte’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1630 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord savanne savannen
savannes
verkleinwoord savannetje savannetjes

Zelfstandig naamwoord

de savannev / m

  1. een grasland met verspreid voorkomende bomengroei
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen