sappelt af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sappelt af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsɑpəlt ˈɑf / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- sap·pelt af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afsappelen |
sappelt (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsappelen
- Jij sappelt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsappelen
- Hij sappelt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afsappelen
- Sappelt af!
Gangbaarheid
- Het woord 'sappelt af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.