samuraj

Uit WikiWoordenboek

Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·mu·raj
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Japanse (samurai), wat vazal betekent.

Zelfstandig naamwoord

samuraj g

  1. samoerai
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   samuraj     samurajen     samurajer     samurajerna  
genitief   samurajs     samurajens     samurajers     samurajernas