samentuin

Nederlands

samentuin

Uitspraak

• Geluid:  samentuin    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sa·men·tuin

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  samen bw  en  tuin zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	samentuin	samentuinen
verkleinwoord	samentuintje	samentuintjes

Zelfstandig naamwoord

de samentuin m

1. tuin die door een groep mensen samen wordt onderhouden

   ▸ Samentuin. Buurttuin. Stadstuin. Noem het zoals je wil: samen tuinieren is populair. Maar waarom is dat zo? Hoe ziet zo'n samentuin eruit? En is het iets voor u? Ontdek het in bovenstaande video.

   ▸ Op zeven locaties waren de concentraties wel te hoog. Het gaat onder meer om een brandweerkazerne aan de Halewijnlaan, basisschool De Dobbelsteen aan de Emiel Verhaerenlaan op Linkeroever, het Vlietbos vlak bij de 3M-site en enkele volks- en samentuinen.

   ▸ In Antwerpen laat schepen voor Leefmilieu Tom Meeuws (Vooruit) op dertien bijkomende locaties bodemstalen -en soms ook grondwaterstalen- nemen. Het gaat om speeltuinen, terreinen van sport- en jeugdorganisaties en volkstuinen. De meeste stalen worden op Linkeroever genomen, waar op de Oosterweelwerf eerder al erg hoge concentraties PFOS werden gemeten. Een deel van de stalen zal op Rechteroever genomen worden. ‘We zijn nu in de eerste plaats gaan kijken op plekken waar er grotere ongerustheid is, waar aan volkstuinen of samentuinen wordt gedaan, of speelterreinen’, zegt het kabinet van Meeuws. ‘In de toekomst zullen er nog op plekken stalen worden genomen.’

Afgeleide begrippen

• samentuinder

Synoniemen

• buurttuin, stadstuin

Verwante begrippen

• volkstuin

Gangbaarheid

• Het woord 'samentuin' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.