ruiterfeest
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ruiterfeest (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rui·ter·feest
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ruiter zn en feest zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ruiterfeest | ruiterfeesten |
verkleinwoord | ruiterfeestje | ruiterfeestjes |
Zelfstandig naamwoord
- (paardrijden) feest met ruiters en paarden en wedstrijden
- ▸ ' `En op het grote ruiterfeest versloeg hij alle Oostenrijkse officieren.[2]
- ▸ De 54e editie van het sportevenement wordt verplaatst naar juni 2021. Een precieze datum volgt later, laat de organisatie weten. Het is de eerste keer in de historie van het spektakel dat het ruiterfeest niet door kan gaan.[3]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'ruiterfeest' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Polen : roman over de strijd van het Poolse volk door de eeuwen heen” (1984), Van Holkema & Warendorf , ISBN 9026978073
- ↑ Weblink bron Jeroen de Kleine“Coronacrisis raakt ook paardensport; streep door Almelose Ruiterdagen” (25-03-2020), Tubantia