ruimden af
Uiterlijk
- Geluid: ruimden af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrœymdə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
- ruim·den af
vervoeging van |
---|
afruimen |
ruimden (…) af
- meervoud verleden tijd van afruimen
- Wij ruimden af.
- Jullie ruimden af.
- Zij ruimden af.
- Wij ruimden af.
- Het woord ruimden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.