rothond
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rot·hond
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rot bn en hond zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rothond | rothonden |
verkleinwoord | rothondje | rothondjes |
Zelfstandig naamwoord
de rothond m
- een heel vervelende, overmatig blaffende, gevaarlijke hond
- "Onze kinderen van 6 en 8 jaar smeekten om een puppy. Dat vonden mijn vrouw en ik een goed idee. Kinderen met huisdieren zijn vaak socialer omdat ze leren voor anderen te zorgen. Inmiddels verpest Max mijn leven." 'Die rothond bepaalt mijn leven' [1]
- De boom in de tuin van Baldvin en Inga zet het zonneterras van hun buren in de schaduw. Best op te lossen met wat snoeien zou je denken. Alleen piekert Inga er niet over. Zodat het nieuwe bikinimokkel van de buurman de godganse dag aan haar bruine kleurtje kan werken zeker? Als ze tenminste niet aan het fietsen is met die rothond van ze. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'rothond' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rothond" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ De Telegraaf 13 jul. 2016 Waar heb jij SPIJT van?
- ↑ De Telegraaf TISHA EETGERINK 17 mei 2018 Een goeie buur is ver te zoeken
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be