rollebollen
Uiterlijk
- Geluid: rollebollen (hulp, bestand)
- rol·le·bol·len
- In de betekenis van ‘tuimelen, buitelen’ voor het eerst aangetroffen in 1873 [1]
rollebollen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rollebollen |
rollebolde |
gerollebold |
zwak -d | volledig |
- vrolijk stoeien van kinderen
- Janaillac (64) is sowieso geen zwartkijker. ,,Je moet optimistisch zijn, als je deze baan hebt.” Noem dat maar gerust een understatement. Eens in de zoveel tijd gaan zijn medewerkers rollebollend over straat, de Fransen tegen de Nederlanders, als in een sneeuwballengevecht zonder einde. [3]
- op een heel levendige manier de liefde bedrijven
- Dat is te zien aan Jude Laws afgetrainde borstkas, waar Halina Reijns personage Hannah als een blok voor valt. Na vijf minuten rollebollen ze al over de vloer van haar keukentje. [4]
2. rollend en stoeiend de liefde bedrijven
|
|
- Het woord rollebollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rollebollen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "rollebollen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Sander van Mersbergen 31-juli-2017
- ↑ de Standaard ZATERDAG 17 JUNI 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be