rioolpijp

Nederlands

rioolpijp

Uitspraak

• Geluid:  rioolpijp    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ri·ool·pijp

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  riool zn  en  pijp zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rioolpijp	rioolpijpen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rioolpijp v / m

1. brede buis voor afvalwater

   ▸ Hij wees met zijn duim naar zijn vriend, die eruitzag alsof hij achterwaarts door een rioolpijp was gesleurd.

   ▸ ,,Ik weet niet of ze wel begrijpen hoe groot de impact was en is,” zegt LoPresti. ,,Mijn schoonouders waren onderweg toen het bericht kwam. Mensen vlogen met 160 kilometer per uur over de snelweg om thuis te komen. Dit heeft levens in gevaar gebracht.” De politicus kan een beeld wat hij online zag niet vergeten: een vader die een putdeksel uit de straat heeft getild en zijn kind in een rioolpijp wil stoppen. ,,Het was traumatiserender voor ons ouders dan voor mijn kinderen.”

Synoniemen

• rioolbuis, afvoerbuis

Gangbaarheid

• Het woord rioolpijp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.