rijkstaal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rijks·taal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rijkstaal rijkstalen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rijkstaalv / m

  1. een taal die officieel erkend is als een taal waarmee de overheid kan communiceren
     De Friese bacheloropleiding werd tot dit studiejaar door het ministerie beschermd, omdat Fries de tweede officiële rijkstaal is.[1]
     'Het Fries is erkend als rijkstaal en daarom zou elke Fries in nood zich in het Fries moeten kunnen uiten', aldus een woordvoerder van de provincie.[2]
     Ooit, weet Huitema, is er wel eens ,,tige tank’’ of zo gezegd in de plenaire zaal van het Europees Parlement. Maar een complete rede in de tweede Rijkstaal? ,,Noch nea.’’[3]

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Studie Fries dreigt te verdwijnen” (18-05-2012), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “'Fries spreken tegen meldkamer moet kunnen'” (15-10-2012), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Eerste toespraak in Fries voor Europarlement” (12-06-2017), Tubantia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be